Paragrafen

Financiering

Kasstroomprognose

De kasstroomprognose wordt afgeleid van de balansprognose en geeft inzicht in de achterliggende bronnen die de ingaande en uitgaande kasstromen veroorzaken.

Operationele activiteiten die bestaan uit transacties die veelal direct leiden tot opbrengsten en kosten vanuit de normale bedrijfsvoering en uitvoering van beleid. We zien dat de operationele kasstroom positief is (€ 5.778).

De investeringskasstroom geeft aan hoeveel we willen uitgeven aan investeringen. Deze geldstroom is negatief (€- 22.375) omdat we er geld aan uitgeven.

Als laatste kennen we de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Deze bestaat uit de opname en aflossingen van geldleningen.

Bedragen x € 1.000

Kasstroom uit operationele activiteiten

Saldo begroting

0

Afschrijvingen

6.097

Mutatie werkkapitaal

1.527

- Mutatie voorraden

0

- Mutatie vorderingen

0

- Mutatie kortlopende schulden excl. Bankschulden

1.527

Onttrekkingen reserves

-1.489

Toevoegingen reserves

398

Onttrekkingen voorzieningen

-2.775

Toevoegingen voorzieningen

2.017

Totaal uit operationele activiteiten

5.778

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen materiële vaste activa

-22.375

Desinvesteringen materiële vaste activa (bijdrage derden)

0

Investeringen financiële vaste activa

0

Desinvesteringen financiële vaste activa

0

Totaal investeringsactiviteiten

-22.375

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Opname langlopende geldleningen

5.000

Aflossing langlopende geldleningen

-3.292

Mutatie kasgeldleningen

0

Totaal financieringsactiviteiten

1.708

Mutatie geldmiddelen

-14.889

De mutatie in geldmiddelen is als volgt te specificeren:

Liquide middelen ultimo vorig dienstjaar:

500

Liquide middelen ultimo dienstjaar:

500

Afname liquide middelen

0

Netto schuldpositie
Per saldo constateren we dat we meer geld willen uitgeven aan investeringen dan we overhouden uit onze operationele geldstroom. Dat houdt in dat we meer geld gaan lenen, onze schuldpositie slechter wordt en onze begroting minder wendbaar. Ondanks deze ontwikkelingen blijft onze begroting nog steeds heel wendbaar. Dit is ook terug te zien in de paragraaf weerstandsvermogen.

In onderstaand beeld geven we weer:

  • Hoe de schuldpositie zich ontwikkelt ten opzichte van de investeringsambities.
  • Hoe de schuldpositie zich ontwikkelt ten opzichte van de normen van de VNG.

Liquiditeitsplanning
In 2025 is er sprake van een liquiditeitstekort van ongeveer € 11 miljoen. Omdat de rente op kort geld (< 1 jaar) laag is, financieren we het liquiditeitstekort met kasgeldleningen (kort geld). Zolang deze situatie zich voordoet en we binnen de kasgeldlimiet blijven financieren we het liquiditeitstekort met kort geld.

Stijgt de rente op korte termijn dan maken wij de afweging om een deel van het tekort met een langlopende geldlening te financieren. Het verloop van de liquiditeiten is sterk afhankelijk van de tijd en de mate waarin de voorgenomen investeringen feitelijk worden gerealiseerd. Per kwartaal brengen we de liquiditeiten in beeld en beslissen we hoe één en ander te financieren.

De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de huisbankier van de gemeente.
Nagenoeg al het gemeentelijk betalingsverkeer loopt via deze bank. Contant geldverkeer beperken we zoveel mogelijk.

Schatkistbankieren
Sinds 15 december 2013 zijn overheidsorganisaties verplicht om mee te doen aan schatkistbankieren. Dit betekent dat we geld dat we niet direct nodig hebben, moeten storten bij het Ministerie van Financiën. We mogen alleen een klein bedrag zelf houden. Voor ons is dat maximaal € 2.000.000. Dit bedrag is 2% van onze jaarlijkse begroting van ongeveer € 100 miljoen.

Het doel van schatkistbankieren is om de gezamenlijke schuld van alle overheden in Nederland (de zogenaamde EMU-schuld) zo laag mogelijk te houden. EMU staat voor Economische en Monetaire Unie. Elk jaar berekent het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hoeveel geld alle overheidsorganisaties samen tekortkomen of overhouden. Dit heet het EMU-saldo.
Een positief EMU-saldo betekent dat een overheid geld overhoudt. Een negatief saldo betekent dat er meer geld is uitgegeven dan ontvangen. Alle EMU-saldi van gemeenten, provincies en het Rijk worden bij elkaar opgeteld. Het totale tekort van alle overheden samen mag niet groter zijn dan 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP), dat is de totale waarde van alles wat in Nederland wordt verdiend.

Onze bijdrage aan dit EMU-saldo is als volgt:

2026

2027

2028

Omschrijving

x € 1.000

x € 1.000

x € 1.000

raming

raming

raming

1

Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)

-659

-756

-2.665

2

Mutatie (im)materiële vaste activa

22.375

30.120

-8.053

3

Mutatie voorzieningen

758

1.203

-530

4

Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie)

5

Verwachte boekwinst/verlies bij de verkoop van financiële vaste activa en (im)materiële vaste activa, alsmede de afwaardering van financiële vaste activa

Berekend EMU-saldo

-22.276

-29.673

4.859

Deze pagina is gebouwd op 10/09/2025 11:48:56 met de export van 10/08/2025 14:55:28