Groen
Wat willen we?
Groen bepaalt voor een groot deel de kwaliteit van de openbare ruimte en daarmee de leefomgeving. Daarom laten we het gemeentelijk stedelijke groen (zoals plantsoenen en hagen) op A-kwaliteit onderhouden. Dat betekent dat er weinig onkruid (maximaal 20% bedekking) mag groeien en er geen kale plekken mogen zijn. Grasvelden onderhouden we op hetzelfde kwaliteitsniveau en maaien we in het groeiseizoen wekelijks. Steeds meer grote grasvelden vormen we om naar bloemrijk grasland. Dat doen we door ze veel minder vaak te maaien.
Bermen en sloten maaien we één tot twee keer per jaar. We maken steeds vaker de overstap naar ecologisch bermbeheer. Dit betekent dat we brede bermen minder vaak maaien en maairesten opruimen. Dat doen we om de ontwikkeling van bloemen en kruiden te stimuleren. De meterstrook met bermplanken en uitzichthoeken maaien we vanwege verkeersveiligheid wel vaker.
Voor het boombeheer hebben wij een lijst met de meest bijzondere bomen (lijst bijzondere houtopstanden) en een bomenstructuurplan (waardevolle rijen van bomen). In deze documenten staat welke bomen/structuren wij het meest belangrijk vinden. Actualisatie van deze documenten staat op de planning.
Beleid voor stedelijk groenbeleid hebben we nog niet. Daarom stellen we in 2026 een beknopt beleidsplan op, waarin we beschrijven wat we willen bereiken en wat we daarvoor gaan doen.
Wat is nodig?
Voor het klein onderhoud werken wij met onderhoudscontracten. In deze contracten beschrijven wij wat de aannemers moeten doen en welke kwaliteit wij verwachten. Voor het dagelijks onderhoud van het stedelijk groen hebben we een contract met de DAR. Dat contract hebben we eind 2025 opnieuw aan Dar gegund en heeft een looptijd van vier jaar. Het onderhoud van gazon, bermen en sloten besteden wij uit. Het gazonbestek hebben we in 2024 opnieuw aanbesteed.
Naast regulier onderhoud moeten we groen regelmatig vernieuwen. Bijvoorbeeld als er planten dood zijn door droogte of werkzaamheden in het groen. Elk najaar vervangen wij ruim 15.000 planten en struiken. Bomen vervangen we als ze ziek of dood zijn. Uitgangspunt is dat wij twee nieuwe bomen planten voor iedere boom die wij kappen. Door groen en bomen tijdig te vervangen ontstaat er geen achterstand en blijft het gemeentelijk groen op peil. Daarnaast zetten we in op het groen inrichten van nieuwe wijken en het vergroenen van bestaande wijken. Groen draagt bij aan allerlei actuele onderwerpen, zoals hittestress, klimaatadaptatie, biodiversiteit en ruimte voor water
Voor bomen hebben wij een zorgplicht. Dat betekent dat we ze regelmatig moeten controleren en onderhouden. De controle doet een externe partij en de buitendienst onderhoudt de bomen.
Uit de laatste controle bleek dat het met Essen (Essentaksterfte) in onze gemeente steeds slechter gaat. Daarvoor vragen we via het Meerjaren investeringsplan krediet aan om zieke Essen te vervangen.
Wat kost het?
Voor klein en groot onderhoud van stedelijk groen zoals plantsoenen, hagen en grasvelden is in de exploitatie in totaal ongeveer € 1.424.405 opgenomen. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2025, en zoals vermeld in de kadernota én toegelicht in een memo: informatienota Inbesteding IBOR-contract Dar 2026-2029
Voor onderhoud van natuurlijk groen zoals landschapselementen, parken en bermen is in de exploitatie ongeveer € 417.000 opgenomen.
Voor onderhoud en inspectie én het vervangen van enkele bomen is jaarlijks ongeveer
€ 150.000 beschikbaar in de exploitatie. Vervangen we bomenlanen of liften we mee in projecten, dan vragen we via het Meerjaren Investeringsplan (MIP) om budget.
